Ik deed steeds beter mijn best, toch bleef ‘het-goed-genoeg-land‘ uit. Of ik had schrik dat dit maar tijdelijk was. Dus bleef ik geven.
Tot mijn lichaam zei dat het genoeg was, met als gevolg spanningshoofdpijn, een serieuze bloeddrukval en nachten wakker liggen van het gepieker. Dit kon toch niet de bedoeling zijn van alles hebben wat je wou.
Het moest niet beter. Het moet anders.
Als mama, op mijn werk en hoe ik de verschillende ballen in de lucht hield.
Ik zocht naar de ‘hoe-dan’.